Indonesische woordenlijst

Ayam = kip
Asem = tamarinde
Asin = zout
Djinten = komijn
Kangkung = waterspinazie
Katjang = pinda
Kentang = aardappel
Koenjit = kurkuma
Ketimoen = komkommer
Ketjap = sojasaus
Ketoembar = Koriander
Kentjoer = gedroogde wortelstok
Krupuk = kroepoek (chips van cassavemeel met garnalen of uien)
Klappa = kokosnoot
Klapper = kokospalm
Laos = wortelstok van de galangal
Lombok = Indonesische peper
Nangka = jackfrui
Pisang = kookbanaan
Pandan = palmachtige boom met steltwortels. In Indonesische wordt het blad gebruikt in gerechten
Salam = Indonesische laurierblad
Santen = kokosmelk
Sereh = citroengras
Tahu = Tofu/ Soja (gemaakt uit de witte sojaboon)
Tofu wordt ook als vleesvervanger gebruikt
Tempe = gegiste sojabonen. tempe wordt ook als vleesvervanger gebruikt
Terassi/ Trassie = garnalenpasta